Onderstamsoorten
Soorten van onderstammen bij het enten & oculeren (veredelen) van fruitbomen.
- Niet alle fruitsoorten behoren tot dezelfde familie en onderfamilie.
- Er is een nauwe verwantschap nodig opdat de enting kan lukken.
- Vermeerderen van onderstammen:
- afleggen of marcotteren
- winterstekken
- zaaien (enkel voor hoogstam)
- Sommige onderstammen hebben een betere weerstand tegen sommige schimmels.
Begrippen
- Typische vaktaal zijn ent of griffel, eindknop of eindoog, bladknop, entplaats en onderstam.
- Soms is er een tussenstam nodig, dit is het deel tussen de onderstam en de ent.
- De groeisterkte van de onderstamsoort bepaalt of de nieuwe fruitboom een laagstam, halfstam of hoogstam kan worden.
Tabel 01:
- Fruitonderstammen met te enten fruitsoorten.
- Vanaf Actinidia (kiwizaailing) tot en met Prunus avium (kersonderstam)
- KLIK op de afbeelding om deze groter te maken!
Tabel 02:
- Fruitonderstammen met te enten fruitsoorten
- Vanaf Prunus domestica (pruimonderstam) tot en met Vitis vinifera (druivelaar)
Betekenis van de afkortingen in de tabellen.
- cv = ras of rasnaam (vb. cv 'Elstar')
- EM, M = East Malling, Malling (Engels proefstation)
- MM = Malling Merton (Engels proefstation waar men de onderstammen op groeikracht heeft onderzocht)
- St. = plantenvermeerdering mogelijk door stekken
- T.S. = tussenstam nodig. Onverenigbaarheid of slechte stamvorming bij de onderstam. vb bij peren wordt de tussenstam 'Beurré Hardy' gebruikt.
- Z. = zaailing (De meeste onderstammen zijn niet-zaadvast.)
Opmaak: © Guy De Kinder