steenfruit > abrikozen

Abrikozen voor de fruit-siertuin (Prunus armeniaca)

Overzicht van diverse abrikozenrassen - Prunus armeniaca.
Abrikozenbomen zijn zeer sierlijke fruitbomen die in voorjaar en zomer erg opvallen.
De roze bloemen in het vroege voorjaar zijn erg opvallend. Later komen er mooie opvallende bladeren, waartussen je tijdens de zomer aantrekkelijke vruchten kan vinden.
Ook in de siertuin verdient deze opvallende boom een plaats. Plant je 2 verschillende fruitbomen (abrikozenrassen) dan ben je meestal verzekerd van de lekkere vruchten.
Kies een goed doorlatende en warme standplaats uit om abrikozenbomen te planten.

Plantkundige kenmerken van de abrikozen:

Naamgeving:

Wetenschappelijke naam: Prunus armeniaca

Esperanto: abrikoto

Engels: apricot tree

Prunus: Oude Latijnse plantennaam met verwijzing naar de kersen en pruimen; pruimenboom. Alle steenfruitsoorten dragen als geslachtsnaam Prunus.

armeniaca: Armenische boom; afkomstig uit Armenië (Turkije), abrikoos

Meer lezen over de afkomst en verklaring van Latijnse & Griekse plantennamen: "ABC van het plantenlatijn. Betekenis van botanische namen".

Herkomst: Noordoost China (Later overgebracht langs Centraal Azië naar Armenië)

Rosaceae of Rozenfamilie. Onderfamilie Prunoideae (Steenfruit).

Abrikozen zijn nauw verwant met perzik, amandel en pruimen.

Meestal worden abrikozen veredeld op de pruimonderstammen 'Saint Juliën A' en 'Brompton'.
De kleinste bomen zal men bekomen op de onderstam 'Saint Juliën A'.
Ze kunnen ook geoculeerd/ geënt worden op abrikozenzaailingen. Abrikozenzaailingen zijn meestal te sterkgroeiend en zijn daarom minder geschikt voor kleine tuinen.
Het vermeerderen door middel van oculeren (schildgriffelen) en chipbudding geeft meestal de beste resultaten.
De zeer sterkgroeiende pruimonderstam 'Brompton' geeft een bloeiverlating, zodat er meer kans op een goede vruchtzetting is.
Sterkgroeiende onderstammen ('Brompton' en Zaailingen) zijn vooral voor halfstam- en hoogstambomen geschikt.
Lees meer over het enten & griffelen van fruitboomonderstammen.

Grond en standplaats:

De pH mag licht zuur tot licht alkalisch zijn. (pH 6,5 tot 8)
Ze groeien best op een zonnige, beschutte, warme plaats, maar verdragen ook half schaduw.
Een zonnige standplaats doet het suikergehalte in de vruchten stijgen. Ook zijn de planten dan minder gevoelig voor schimmelaantastingen.
Abrikozenbomen verdragen in de winter geen hoge grondwaterstand.

Boomvorm:

Planten van abrikozen:

Plantafstand: 4 x 5 m.
Het beste planttijdstip is de maand februari.
Het planten van meerdere abrikozenrassen is nuttig voor een goede vruchtzetting. Abrikozen worden gebruikt als bestuiver voor Prunus 'Aprium' (= kruising van abrikozen en pruimen).

Het is een eenhuizige plant die door insecten bestoven moet worden.
De meeste abrikozenrassen zijn zelffertiel (zelfbestuivend). Toch kan het planten van verschillende rassen de productie verbeteren.
In vele gevallen geven abrikozenbomen maar 1 keer op 3 jaar vruchten.
De bijzonder mooie, roze bloemen verschijnen zeer vroeg (februari - maart) en de weersomstandigheden voor een goede bestuiving zijn dan meestal niet goed. Tijdens de bloeiperiode is het veelal te koud of te nat weer voor een goede vruchtzetting.
Prunus armeniaca (abrikoos). Bijzonder aantrekkelijke talrijke bloemen! Fruitbomen planten.

Abrikozenbomen moeten normaal NIET (veel) gesnoeid worden.
Indien toch enige snoei nodig is, dan is het aanbevolen snoeitijdstip tussen mei en augustus. Dus snoeien terwijl de abrikozenbomen bladeren hebben. Bij de meeste steenfruitsoorten is dit het beste ogenblik.
Verwijder te laag afhangende takken. Verwijder regelmatig wildopslag. Niet te veel snoeien, want door een te zware snoei worden de bomen vatbaar voor de loodglansschimmel.
Laat steeds een kleine stomp (gerichte voet) staan en zorg dat de schors niet kan afscheuren bij het wegzagen van takken.

Overzicht van diverse abrikozenrassen:

Zie afbeelding bovenaan.
De meeste rassen zijn deels zelfbestuivend. Kruisbestuiving verbeterd de vruchtzetting, zodat bij voorkeur 2 verschillende rassen aangeplant worden.