Vermeerdering door winterstekken

  • Winterstekken is een methode van vermeerderen waarbij houtachtige stekken worden gesneden terwijl ze in rust zijn.
  • De meeste soorten houtig kleinfruit en druiven kunnen vermeerderd worden door stekken.
  • In de winter of in het vroege voorjaar is het snoeihout van houtig kleinfruit geschikt om winterstekken of twijgstekken te maken.
  • Houtachtige bessenstruiken zijn van december tot februari gemakkelijk vermeerderen door winterstekken of twijgstekken.
  • Gebruik stevige eenjarige twijgen om er gewone stekken, lidstekken, hielstekken en krukstekken uit te knippen.
  • Het topgedeelte wordt niet gebruikt omdat dit te kruidachtig is.
  • Van lang gegroeide twijgen kunnen meerdere stekken worden geknipt.
  • Gebruik een scherpe snoeischaar, zodat de snoeiwonden snel genezen.
  • Bewortelingshormoon of stekpoeder wordt meestal niet gebruikt.
  • De winterstekken worden tijdelijk ingekuild in openlucht en worden in maart in volle grond uitgeplant.

1.Stekhout en soorten hout- of winterstekken:

  • Winterstekken, twijgstekken of houtstekken worden genomen van goed uitgegroeide, gezonde éénjarige houtachtige twijgen, gedurende de winter, dus zonder bladeren. Zomerstekken of scheutstekken neemt men van halfkruidachtig, halfhoutachtige materiaal.
  • Men kan deze vermeerderingsmethode toepassen op talrijke kleinfruitsoorten, druiven, vlierbessen, sommige fruitboomonderstammen en bij diverse sierheesters en sierbomen.
  • Afhankelijk van de plantensoort kan men gewone stekken, hielstekken of krukstekken nemen.

2.Stektijdstip voor winterstekken:

  • Het snijden van de winterstekken gebeurt tijdens de rustperiode, dus vanaf dat de meeste bladeren gevallen zijn.
  • Normaal dus vanaf november tot februari.
  • Onderstammen van kers, pruim en peer, stekt men bij voorkeur zo vroeg mogelijk (November - december).

3. Weersomstandigheden bij nemen van winterstekken:

Probeer bij voorkeur niet bij regen of bij vorst stekken. De wonden genezen dan moeilijker en er is meer gevaar op schimmelinfecties.

4.Stekmateriaal voor houtstekken/ winterstekken:

  • Het éénjarig hout moet volledig zijn afgerijpt.
  • Bij voorkeur kiest men de best gevormde stevige, gezonde éénjarige twijgen uit.

5.Het knippen van de winterstekken:

  • Het topgedeelte van éénjarige twijgen mag men niet gebruiken, omdat dit te zacht (kruidachtig) is. (Uitgezonderd voor Populier, waar men een mooie rechte stam wil)
  • Het beste gedeelte om te stekken bevindt zich meestal in het midden van een éénjarige twijg. Een uitzondering hierop zijn de hiel- en krukstekken.
  • Soms worden de onderste ogen uitgebroken, om te voorkomen dat men grondscheuten/ opslag krijgt. O.a. bij gestekte rozenonderstammen en bij kruisbessen.
    Bij planten welke men als struik opkweekt (bv. rode- en zwarte bes, Forsythia, Spiraea,....) wordt die ogen/ knoppen NIET uitgebroken.
  • De stekken worden gesneden met een scherpe snoeischaar (of scherp mes) om de wonden zo gaaf mogelijk te maken. Hou het scherpe mes steeds tegen de stek.
  • De stek moet voorzien zijn van goed gevormde ogen, omdat uit deze ogen, gans het bovengronds gedeelte van de nieuwe plant moet ontstaan.
  • Houtachtige stekken welke gemakkelijk uitdrogen na het snijden, worden bovenaan met entwas of lacbalsem ingestreken. o.a. Ficus carica (vijg), Morus nigra (zwarte moerbei), Morus alba (witte moerbei),....
  • Zijtwijgen of takdoorns moet men zodanig wegsnijden, dat de nodige ogen/ knoppen niet beschadigd worden. Men kan best enkele mm laten staan zodat de wonden beter genezen. Dit o.a. bij pruim- en peeronderstammen.

6.Lengte van de winterstekken/ houtstekken:

  • Op natte gronden neemt men meestal een steklengte van (15) 20 cm en op droge gronden (zandgrond) 25 cm.
  • Van Platanus acerifolia (platanus), Populus (populier) en Salix (wilg) kan men ook lange houtstekken of "poten" nemen. Deze stekken kunnen 0,50 m tot 2 m lang zijn. Het uitplanten van die poten gebeurt direct in volle grond. Winterstekken van Josta en Ribes odoratum mogen ook ca 1 meter lang zijn.
  • Winterstekken van onderstammen neemt men op 30 cm, (soms 40 cm) om in augustus reeds op de winterstek te kunnen oculeren. Men spaart zo een jaar uit.

7. Soorten van winterstekken.

Plantenvermeerdering: Verschillende soorten winterstek: gewone stek, hielstek en krukstek

1 en 2: Gewone stek; 3 en 4: Hielstek; 5 en 6: Krukstek

7.1. Gewone stek of lidstek:

  • Een gewone stek is ca 25 cm lang. Onderaan onder een oog en bovenaan boven een oog afgeknipt.
    Een gewone stek is 25 cm lang en wordt onder en boven een knop afgeknipt.
  • De stekken worden juist boven en juist onder een oog afgeknipt. De steklengte is ca 25 cm. Deze methode gebruikt men bij gemakkelijk wortelende gewassen. Soms zal men onderaan de stek een kleine, ondiepe verwonding aanbrengen door een pelletje schors van 2 cm lang te verwijderen.
  • Een lidstek bestaat uit slechts 2 ogen of knoppen. Bij het stekken van druiven onder glas gebruikt men soms lidstekken.
  • Deze stekmethode geeft een heel goed resultaat bij Ribes nigrum (zwarte bes), Ribes rubrum (rode bes) en Ribes 'Josta' (Jostabes).
    Bij Vitis vinifera (druiven) is er soms een moeilijke beworteling.

7.2. Hielstek of voetstek:

  • Deze methode van winterstekken wordt gebruikt bij planten die moeilijker wortelen omdat de éénjarige twijg over zijn ganse lengte onvoldoende uitgerijpt is.
    Hielstekken wordt o.a. toegepast bij:
    • Peer- en kweepeeronderstammen: Cydonia oblonga 'Kwee MA' ('Cognassier d'Angers MA'), 'Kwee Adams' ('Cognassier d'Adams') en Kwee MC.
      Pruimonderstammen: Prunus domestica 'St Julien A'
      Kersonderstammen: Prunus avium 'Colt'. Hierop kan men later zoete kersen, zure kersen (krieken) en sierkersen oculeren.
    • Speciale pruimenrassen zoals mirabelpruimen en kroosjespruimen worden soms ook door hielstekken vermeerderd.
    • Kruisbessen of stekelbessen (Ribes uva-crispa) kan men tamelijk goed vermeerderen met hielstekken. De onderste ogen/ knoppen zal men meestal verwijderen om grondopslag (wildopslag) te voorkomen.
    • Dwergkwee of Japanse sierkwee: Chaenomeles japonica.

  • Hielstek of voetstek. De hiel is meerjarig en wordt iets bijgeknipt. Op een lengte van ca 25-30 cm bovenaan boven een oog of knop afknippen.
    Hielstekken bij kruisbessen. Verwijder de resterende bladeren en de onderste knoppen.
  • Werkmethode voor hielstekken:
    • Men gaat een deel van het meerjarige hout mee afscheuren of afknippen.
    • Het meerjarige deel noemt men de hiel of voet. Deze hiel wordt een beetje bijgesneden.
    • Bovenaan wordt de hielstek juist boven een oog/ knop ingesnoeid. Steklengte 25 tot 30 cm.

7.3. Krukstekken: stekken van druiven:

  • Deze methode wordt weinig toegepast. Ze wordt soms gebruikt bij plantensoorten met een dikkere mergstraal. (vb. Vitis vinifera - druiven)
  • De stekken zijn 20-25 cm lang. Aan de basis laat men een stuk 2-jarig hout van ± 2-3 cm lengte.

Winterstekken van trosbes (Ribes rubrum). Steklengte is ca 20 cm.

Trosbessen kan je ook in potten stekken. 

Stekken van Ribes in pot. Een serre of kas is niet echt nodig. Lichte wintervorst wordt goed verdragen.

Winterstekken van kruisbessen. Steklengte 15-25 cm. Op de onderste helft van de stekken kan je de knoppen verwijderen.

Winterstekken van druiven (Vitis vinifera). Knip de stekken onderaan net onder of door een knop en bovenaan ca 3 cm boven een knop af.

Begin april kan je de stekken in volle grond uitplanten. Op foto trosbessen (Ribes rubrum).

Nog meer info over winterstekken lezen?

Maak hieronder een keuze:

Opmaak: © Guy De Kinder