steenfruit > Japanse pruimen

Bestuiving bij het planten van Japanse pruimen.

  • Fruitbomen in de tuin: Japanse pruimen zijn erg aantrekkelijke voorjaarsbloeiers en ze geven lekkere vruchten!
  • Verschillende Japanse pruimenrassen (Prunus salicina) zijn bruikbaar in onze sier- en fruittuin. 
  • Door de talrijke witte of witroze bloemen in maart-april is deze steenfruitsoort ook geschikt voor de siertuin.
  • De meeste rassen hebben kruisbestuiving nodig, maar er zijn ook zelfbestuivers.
  • Mits een goede vruchtdunning in mei-juni kunnen de vruchten mooi uitgroeien en de beste smaak geven.
  • De vroegste Japanse pruimen zijn rijp vanaf begin juli, de laatste rassen eind september.
  • Sommige rassen hebben donkerrood vruchtvlees.
  • De vruchten zijn meestal groter en steviger dan de gewone pruimen.

Herkomst en naamgeving van de Japanse pruimenboom: 

De Japanse pruimen (Prunus salicina Lindl. en hybriden) komen van nature voor in China en Japan. Ze zijn nauw verwant aan de gewone, Europese pruimen (Prunus domestica).

 Etymologische betekenis van de Prunus salicina:

  • Prunus: oude Latijnse plantennaam met verwijzing naar de kersen en pruimen; pruimenboom. Alle steenfruitsoorten dragen als geslachtsnaam Prunus.
  • domestica: betekent huiselijk, inheems, (gecultiveerd) (Lat.: domus = huis)
  • salicina: gelijkend op Salix; wilgachtig; verwijzend naar de smalle bladeren die gelijken op deze van de Salix.
  • Meer lezen over de etymologische verklaring en oorsprong van Latijnse plantennamen: "ABC van het plantenlatijn. Betekenis van botanische namen"

Plantkundige kenmerken van Japanse pruimen: 

  • De bladeren zijn smaller dan de gewone, Europese pruimen.  In het najaar blijven ze ook langer aan de bomen hangen.
  • Smalle bladeren bij de Japanse pruimen (Prunus salicina)
  • De vruchten blijven meestal stevig tot bij de consumptie. 
  • Meestal worden ze geoculeerd of geënt op de gewone pruimonderstammen 'St. Julien A' of op 'VVA-1'. De zwakste groei en hoogste productie heeft men op de 'VVA-1' onderstam.
  • De vruchten van Japanse pruimen zijn, mits goede vruchtdunning in mei-juni meestal groter, ronder en steviger dan de gewone pruimen. Sommige rassen geven grote hartvormige vruchten. Ook zijn ze rijker aan vitamine-C. 
  • De vruchten van de Japanse pruimen zijn bijzonder aantrekkelijk!(Prunus salicina)

Bloei en bestuiving zijn belangrijk bij Japanse pruimenbomen!

  • Talrijke witte of witroze bloemen sieren reeds vroeg in het voorjaar de bomen. Ze zijn dan ook geschikt voor in de siertuin. De koudebehoefte van Japanse pruimen is lager dan deze van de Europese pruimen. Afhankelijk van het ras is de bloei van maart tot april. Sommige Japanse pruimenrassen kunnen nog vroeger bloemen, wat nadelig kan zijn voor de vruchtzetting en beurtjaren kan veroorzaken.
  • Een bestuiving door kerspruimen of myrobolaanpruimen (Prunus domestica cerasifera) is soms mogelijk. 
  • Sommige rassen zijn zelfbestuivend (ZB)
  • Talrijke bloemen bij de Japanse pruimen

Standplaats voor Aziatische pruimen:

  • Net zoals de andere pruimen wordt een hoge grondwaterstand niet goed verdragen. Plant niet op laaggelegen percelen of in een vorstzak. Pruimenbomen groeien het best op een zonnige plaats maar ze verdragen ook halfschaduw. Ze zijn geschikt voor de USDA zones 6-8.
  • Japanse pruimen vragen een warme klimaat met weinig regen.
  • Tot ca 1960 werden ze hier ook in serres/kassen gekweekt.

Tabel met een overzicht van diverse rassen van Japanse pruimen (Prunus salicina). Het 'gemakkelijkste' te vinden is 'June Blood' en 'Reine-Claude Sanguine de Wismes'.

Prunus salicina 'June Blood' ('Kaapse) - Enorm rijke, vroege, witte bloesem! Japanse pruimenboom.

Prunus salicina 'June Blood' Foto van 2 maart 2022

Schimmelziekten en problemen bij Japanse pruimen:

- Lentenachtvorst:

  • Deze veroorzaakt schade aan de open bloesems (februari- maart).
  • Zorg voor een zwarte, onkruidvrije gesloten boomstrook en de schade zal beperkt blijven.

 - Wintervlinder:

  • Vreterij aan jonge vruchten. Meestal is de schade beperkt, door de overvloed aan bloemen en vruchtjes.
  • Maak in november lijmbanden aan de stam vast.

- Bloesemmonilia:

  • De infectie gebeurt via de open bloemen.
  • Zorg voor een open en luchtige boom die na regen snel kan opdrogen.
  • Ruim infectiebronnen in de omgeving op (Aantastingen in sierkersen en bij zure kersen)
  • Zie ook "Fruit ABC-snoeikalender" en "Japanse pruimen, lentebloeiers met lekkere vruchten voor de siertuin."

Opmaak: © Guy De Kinder