noten > Gewone walnoten of okkernotenbomen

Walnoten/okkernoten passen goed in middelgrote en grote tuinen. Kies een gezond, geënt walnotenras en plant op een lichtvochtige grond, dan kan u na 3 jaar reeds noten rapen. Walnotenzaailingen worden heel groot, zijn pas laat vruchtbaar (na 10 jaar) en zijn soms vatbaar voor vervelende schimmelziekten. Beperkt snoeien doet u best in september en niet in de winter. Walnoten zijn rijk aan eiwitten en onverzadigde vetten; bron van vitamine B, vitamine E en foliumzuur. 

1. Plantkundige- en andere nuttige eigenschappen van walnoten.

  • Gewone walnoten (okkernoten), met als wetenschappelijke naam Juglans regia, behoren tot de familie Juglandaceae. In het Esperanto is het juglando
  • De geslachtsnaam Juglans komt van de samenstelling van Jovis- glans, eikel van Jupiter (Zeus); aan Zeus gewijde boom; wanneer na een bruiloft de bruid de slaapkamer betrad, strooiden de oude Grieken noten onder de gasten, opdat Zeus het huwelijk vruchtbaar zou maken.
    De soortaanduiding regia betekent koninklijk en is afgeleid van het Latijn rex (= koning).

 

  • Notelaars passen heel goed in onze omgeving. Vliegen en muggen worden uit de omgeving van de boom geweerd. (Zeer nuttig bij de stallen van dieren!) Ze geven veel schaduw af en zijn dan ook goed geschikt om onder te zitten wanneer de temperaturen 's zomers hoog oplopen. Bladluizen komen nauwelijks voor op de boom.
  • Inzake gezondheid zijn het meestal gemakkelijke fruitbomen. De meeste nieuwe notenrassen zijn weinig of niet vatbaar voor ziekten.
  • Noten passen goed in ons huidig eetpatroon. In de herfst kan je de noten verzamelen, laten nadrogen en opeten. Ze zijn bijzonder rijk aan eiwitten en zijn hierdoor heel nuttig voor mensen die geen vlees wensen te eten (vegetariers).
  • Noten zijn voor de meeste mensen een gezonde lekkernij, welke ze gedurende verschillende maanden kunnen gebruiken.

2. Planttips voor gewone walnoten- of okkernotenbomen

  • Maak de plantput voldoende groot zodat de wortels mooi horizontaal komen.
  • Plant niet te diep! De bovenste wortels moeten juist onder de grondoppervlakte komen. Bij geënte bomen zit de entplaats 10 cm boven de grond.
  • Plant niet als het overdag vriest of als de grond te nat is.
  • Zorg voor een stevige steunpaal en een gepaste bescherming tegen vee. Gebruik bindbuis om de bomen na het planten vast te maken aan de steunpaal. Blijf met de boomstam ca 15 cm van de boompaal, zodat er geen schuurwonden ontstaan.
  • Bij voorkeur zal men planten in het najaar (oktober-november) of in de lente (maart-april)
  • Indien je echt maar 1 notenboom wil/ kan planten dan zijn de rassen 'Amphyon', 'Buccaneer' en 'Chiara' de beste oplossing. Deze drie rassen zijn zelffertiel (zelfbestuivend).
  • De kleinste walnotenboom is 'Westhof's Dwarf' die in volle grond slechts 4 meter hoog wordt. (In een grote pot of kuip wordt de boom slechts 2 meter hoog.)
  • De entplaats zal men best iets boven de grond planten. Ook hoogstamnoten (geënt) hebben steeds een steunpaal nodig!
  • Doe geen meststoffen in de plantput, dit kan wortelverbranding geven.
  • Walnotenboompjes in pot hergroeien meestal beter dan planten met naakte wortel.
  • Plant geen notenbomen waar nog boomwortels in de grond zitten.
  • Vroeg uitlopende bomen zijn erg vatbaar voor beschadiging door lentenachtvorst, welke tot begin mei kan optreden.
  • Vervoer geen bomen met onbeschermde (naakte) wortels, maar bescherm ze met tegen het uitdrogen.
  • Plant de bomen niet te diep! De bovenste wortels moeten net onder de grondoppervlakte komen.

3. Rassenkeuze

  • In het algemeen zijn geënte rassen sterk aan te raden. Deze kunnen reeds na 3 jaar de eerste noten geven. Zaailingen geven soms pas na 10-12 jaar de eerste noten. Bij geënte rassen is men zeker van hun eigenschappen (ziektegevoeligheid, vruchtkwaliteit, schaalkwaliteit, nootdikte, ...). Bij zaailingen is dit een groot vraagteken doordat de typische raseigenschappen dikwijls verloren gaan.
  • Kruisbestuiving wordt meestal aangeraden. Je plant dus best 2 verschillende notenbomen welke gelijk bloeien. Een zeer goede (zelf)bestuiver is 'Buccaneer'. 'Broadview' geeft alleenstaande  soms ook goede resultaten.
  • Bij voorkeur zal men rassen/ cultuurvariëteiten nemen die weinig ziektegevoelig zijn. Bij oudere notenrassen zijn er soms problemen met bacteriebrand, brandvlekkerigheid en met de schaalkwaliteit. Bij bacteriebrand is de inhoud van de noten volledig rot.
  • In zeer kleine tuinen kan je “dwerg-notenbomen” zoals de 'Mini Multiflora nr 14' planten. Deze wordt slechts 2 meter hoog en breed.
  • In een middelgrote tuin kan je de 'Westhof's Dwarf' planten die slechts 4-5 m hoog wordt.
  • In grote tuinen, parken en een notenboomgaard kan je kiezen voor o.a. 'Buccaneer‘, 'Broadview' en 'Hansen' die 8-10 m hoog worden.
  • Op vorstgevoelige gronden kan je het best kiezen voor laatuitlopende, geënte rassen, zoals ‘Ulicoten’ en ‘Late Mot’, die ongevoelig zijn voor lentenachtvorst. 
  • Heb je geen plaats om twee verschillende bomen te planten, kies dan voor een zelfbestuiver zoals 'Chiara' en 'Buccaneer'.
  • Nog andere goede rassen zijn Axel, Broadview, Buccaneer, Chandler, Coenen, Drjanovski, Hansen, Nr. 16, Plovdivski, Proslavski, Rita, Rote Donaunuss (Rode Donaunoot), Saturn, Wonder von Monrepos.
  • De aanbevolen plantafstand is 7,5 (6) x 8 m ofwel 9 x 10 m ofwel 10 x 12 m. Deze afstand is o.a. afhankelijk van de grondsoort en van het ras. Zaailingen vragen meestal een zeer ruime afstand.
  • In de bos/boomlandbouw is de plantafstand 10 (12) x 15 m of meer.

Zie ook knipsel met tabel. (Rechts)

4. Aanbevolen standplaats.

  • Notenbomen hebben een voorkeur voor een vruchtbare, humusrijke en licht kalkrijke grond (pH 6,5 tot 7,0).
  • De grond moet goed ontwaterd (gedraineerd) zijn.
  • Kies voor een zonnige of halfbeschaduwde standplaats.
  • Plant op een luchtige plaats, waar de bomen snel kunnen opdrogen na regen.
  • Op laaggelegen percelen welke gevoelig zijn voor late lentenachtvorst (vorstzakken) is er soms kans dat de jonge scheuten en bloemen afvriezen. Bij voorkeur zal men hier geen walnoten/ okkernoten planten. Indien men dat toch wenst te doen dan kiest men voor rassen welke laat uitlopen in het voorjaar. vb. 'Drjanovski', 'Hansen' en 'Rote Donaunuss'.

  • De bewortelbare diepte is best 1 meter. 
  • Noten hebben een losse, onkruidvrije en  warme grond nodig. 
  • Walnoten passen meestal niet in kleine tuinen. Ze moeten ruim van elkaar geplant worden.  Uitzonderingen zijn de zwakgroeiende rassen zoals o.a.  'Hansen'.

5. Goede en slechte buren van walnoten

  • De wortels van walnoten (Juglans regia) scheiden een stof af (juglone) die vele andere planten kan doden.  Daarom kunnen niet alle planten in de omgeving van een notenboom geplant worden.
  • Goede buren zijn: hazelaar (Corylus avellana), tamme kastanje (Castanea sativa), zwarte vlierbes (Sambucus nigra), meidoorn (Crataegus), pawpaw (Asimina tr.) en zwarte frambozen.

  • Slechte buren zijn: O.a. appel (Malus d.), luzerne, azalea,  Rhododendron, witte berk (Betula), braambes (Rubus fr.), blauwe bes (Vaccinium c.), chrysant (Chrysanthemum), krokus (Crocus), vergeet-mij-nietje (Myosotis sylvatica), Europese druif (Vitis vinifera), meiklokje (Convallaria majalis), linde (Tilia), pioen (Paeonia), pijnboom (Pinus), aardappel (Solanum tuberosum), tijm (Thymus), tomaat (Lycopersicon esculentum), 

6. Snoeien van walnotenbomen.

  • Walnoten mogen gesnoeid worden vanaf juni tot september, maar snoeien in juni heeft de voorkeur. Snoei niet na de bladval!
  • Walnotenbomen die in de herfst of winter gesnoeid worden zijn meer vatbaar voor schimmelinfecties.
  • Probeer walnotenbomen/okkernotenbomen zo weinig mogelijk te snoeien en snoei bij voorkeur enkel dunne takken weg. Ook gebroken en schurende takken kan je verwijderen.
  • Probeer een mooie rechte stam van 1,8 tot 2 m te bekomen. Verwijder tijdig te laag zittende takken.
  • Bij een correcte (ruime) plantafstand vragen notenbomen maar weinig snoeiwerk. 

7. Vermeerdering van walnotenbomen.

  • Zaaien en enten.
  • Geënte notenbomen geven meestal na ca 3 jaar reeds de eerste noten.
  • Als onderstam voor de gewone walnoten (okkernoten) worden zaailingen van Juglans regia en Juglans nigra (zwarte walnoot) gebruikt. Het enten van walnoten is moeilijk goed uit te voeren en kan je beter overlaten aan professionelen.

8. Ziekten en plagen.

Blad- en vruchtenvlekkenziekten kan twee oorzaken hebben.

1) Bacteriebrand - Bacterial blight: 

Xanthomonas campestris pv. juglandis (Pierce) Dye 

Pseudomonas (Xanthomonas) juglandis. 

Op de bladeren van okkernoot/ walnoot komen kleine bruine vlekjes, bij sterke aantasting bladval. Op de bolsters ontstaan zwarte natte rottige vlekken. Bij vroege zomerinfectie dringen de bacteriën door de schaal zodat de noot rot en verslijmt (= natrot).

Een te ruime voedingsstoffengift zou meer Xantomonas kunnen veroorzaken bij sommige rassen. (Beter een iets meer schrale grond)

Scheikundige bestrijding: Koperoxychloride (50 gr per 10 liter water). Kort voor de bloei en bij het verschijnen van de  jonge noten. In het voorjaar dus 2- tot 3-maal spuiten.

Weinig gevoelige/ tolerante notenrassen zijn: 'Broadview', ....

Gevoelige notenrassen: 'Axel', 'Belnoot' en andere diverse oudere rassen.

Bij jonge walnotenbomen die sterk groeien, kunnen de scheuten worden aangetast. Men ziet dan bruine, ingezonken plekken met wat slijmafzetting, omgeven door een olie-achtige rand.  Als dit voorkomt op de koptak of een gesteltak, kan men deze beter verwijderen en met een nieuwe tak beginnen. Warm en vochtig weer verhoogt de kans op aantasting. Deze ziekte zou ook door het stuifmeel overgebracht worden.

2) Brandvlekkerigheid/ bladvlekkenziekte of Antharacnose bij Juglans 

- Gnomonia leptostyla (con. v. Marssonia juglandis). 

Gnomonia leptostyla (Fr.:Fr.) Ces. & De Not. (anamorph: Marssonina juglandis (Lib.) Magnus)

Zowel op de bladbovenzijde als op de onderzijde vrij grote hoekige vlekken. Ziek notenblad vergeelt en valt af Juglans regia-gewone walnoot: bladvalziekte 

Op de scheuten en bolsters ietwat ingezonken scherpbegrensde  bruine vlekken. De noot zelf kan ook soms bruin worden en verdrogen (= droogrot). Nat lenteweer bevordert de infectie; deze gaat uit van zieke afgestorven bladeren die in de nabijheid van de bomen blijven liggen. 

 

Minder gevoelige/ tolerante notenrassen zijn: 'Broadview', ...

Gevoelige notenrassen: 'Axel' (= vuistnoot), ('Fey's Spezial'), 'Bel'

Groente en Fruit Encyclopedie bestellen

Diverse geënte notenboompjes

Grote keuze uit de geënte walnotenbomen om te planten

De plantafstand kan erg verschillen afhankelijk van de groeikracht van het (geënte) okkernotenras.

Kenmerken van notenrassen. Een volledig overzicht vind je in de Groente en Fruit Encyclopedie

Mooie okkernotenboom in het Blauwe Kasteel te Scheldewindeke.

Mooie okkernotenboom bij P. Van Damme te Laarne. Een witgekalkte stam is minder vatbaar voor vorstscheuren en hitte.

Oude zaailing van een okkernotenboom te Baasrode

Enkele afgevallen okkernoten/ walnoten. De groene bolster barst en daarna vallen de noten vanzelf op de grond.

Laatbloeiende walnoten geven meer oogstzekerheid!

Sommige rassen hebben rood vruchtvlees. Noten zijn rijk aan gezonde olie en aan eiwit. Het zijn goede vleesvervangers.

Sommige rassen van okkernoten kunnen erg groot wordenç

Zwarte walnoten (Juglans nigra) zijn moeilijk te kraken. Ze zijn bruikbaar als zaailingonderstam voor gewone walnoten/ okkernoten.

Verzamelde noten moet je goed laten nadrogen, dan zijn ze meestal een jaar te gebruiken. Foto van een notententoonstelling.

Speciale notenkraker op een notententoonstelling.

Speciale notenkraker

Opmaak: © Guy De Kinder