Lentenachtvorst schade voorkomen aan fruitbloesems!

Bloesemschade t.g.v. lentenachtvorst bij fruitbomen kan je beperken en soms voorkomen. Algemeenheden bij lentenachtvorst. Hoe vorstschade aan fruitbloesems voorkomen? Rechtstreekse lentevorstbestrijding. Invloed van teeltmaatregelen. Steenfruit (abrikoos, perzik, kers, pruim) bloeit vroeger dan pitfruit (appel, peer) en is dan ook gevoeliger voor bevriezen van de bloemen.

1. Vroegbloeiende fruitsoorten zijn gevoelig voor lentenachtvorst (LNV):

  • Tijdens de bloei zijn diverse fruitsoorten/ vruchtensoorten heel gevoelig voor koude.
  • Vroeg bloeiende fruitsoorten hebben meer kans op vorstschade dan laatbloeiende fruitsoorten.
  • Vroegbloeiende fruitsoorten zijn abrikozenbomen, perzikbomen, nectarinebomen, amandelbomen, pruimenbomen en kersenbomen. Sommige bloeien reeds rond half maart en de bloesems lopen dan veel risico op bevriezen.
  • Gesloten bloemknoppen verdragen lichte nachtvorst.

2. Nadelige gevolgen van vorst tijdens de bloei:

  • Soms is er direct geen schade te zien, behalve op enkele plaatsen of op lager gelegen percelen. De schade is soms beperkt tot een bepaalde hoogte in de fruitbomen.
  • De volgende schade is soms waarneembaar:
    • Verminderde vruchtzetting (Minder vruchten)
    • Kleiner aantal pitten of geen pitten die doorgroeien. Dit veroorzaakt meestal een grotere vruchtrui/ junirui.
    • Vorstkringen/ verruwingen aan de vruchten. Vroegbloeiende rassen zijn gevoeliger voor LNV.

3. Hoe vorstschade bij fruitbomen voorkomen?

3.1 Keuze fruitperceel en voorbereiding:

  • Goed ontwaterde grond zonder laagten (nat, koude-zakken). Met beschutting, vooral aan de Noordoost-zijde.
  • Zorg dat de koude lucht op een hellend perceel weg kan stromen. Koude lucht is zwaarder dan warme lucht. In een boomgaard op een hellend terrein zal de koude lucht aldus naar het laagste punt stromen. Neem zo mogelijk obstakels (hagen, schutting, ...) weg, zodat de koude lucht weg kan stromen.
  • Een goede beschutting langs het noorden, het oosten en noordoosten is gunstig.
  • Plant geen vroegbloeiende fruitsoorten (en kiwibessen) op een laag gelegen perceel.

3.2 Fruitsoortenkeuze: steenfruit is erg gevoelig!

  • Steenfruit (Prunus soorten) bloeit meestal vroeger dan pitfruit (appel en peer). 
    • Allereerst bloeien abrikozen (Prunus armeniaca), kersen (Prunus avium) en perziken (Prunus persica).
    • Schade door lentevorst zal hier sneller optreden dan bij appel en peer. 
  • Kiwibessen/ minikiwi's (Actinidia arguta):
    • Deze lopen in het voorjaar (maart-april) vroeg uit. De jonge scheuten zijn bijzonder vorstgevoelig! Zijn de jonge scheuten bevroren, dan lopen de slapende knoppen opnieuw uit, maar dan heb je dit jaar geen oogst!
    • Probeer de jonge scheuten bij vorstgevaar te beschermen met gaatjesplastiek ofwel met groeidoek/ vliesdoek. De jonge scheuten mogen de plastiek niet raken of ze bevriezen. Eventueel kan je oliebranders gebruiken om de vorst te weren.
    • Kies een plantplaats uit die beschut is van de oostenwind en die niet te laag gelegen is.
  • Laatbloeiende fruitsoorten zijn meestal niet gevoelig voor lentenachtvorst. Laatbloeiend zijn o.a. kweeperen, mispel, vlierbes, tamme kastanje, braambessen en herfstframbozen.

3.3 Fruitrassenkeuze/ keuze van de fruitcultivar

  • Vroegbloeiende fruitrassen zijn gevoeliger voor vorst.
  • Laatbloeiende rassen geven meestal een betere en regelmatigere productie.
    Laatbloeiende en meestal productieve appelrassen zijn o.a. 'Berglander', ''Brabant Bellefleur', Court-Pendu Rosat', 'Franse Reinette', 'Henri Calle's Favourite' en 'Pinova'.
    Rode trosbes 'Rosetta' bloeit opvallend later dan andere rassen en geeft hierdoor ook meer oogstzekerheid.
  • Bepaalde rassen (o.a. 'Gloster') hebben een zekere weerstand tegen het bevriezen. De fruitrassen 'Schone van Boskoop', 'Alkmene' en 'Karmijn de Sonnaville' zijn erg gevoelig voor nachtvorst.
  • Triploide appelrassen ('Schone van Boskoop', 'Jonagold', 'Mutsu', 'Karmijn de Sonnaville') zijn meestal veel gevoeliger voor lentenachtvorst.
  • Rasverschillen in nachtvorstgevoeligheid kunnen ook hun oorzaak vinden in het feit dat niet alle fruitrassen op dezelfde datum bloeien. De bloeiperiode van sommige cultivars is ook langer dan bij andere. Bloemen op eenjarige twijgen komen later open dan deze op het meerjarige hout. Ingeval de bloemen op het meerjarige hout bevriezen, dan heeft men toch nog een kans op vruchten.
  • Ook sommige vroeg uitlopende druivenrassen zijn gevoelig voor lentenachtvorstschade en dus een misoogst. Plant geen gevoelige druivenrassen op een laaggelegen, nachtvorstgevoelig perceel.

3.4 Grondbehandeling onder fruitbomen: onkruidvrije grond.

  • Zorg dat de warmte overdag gemakkelijk de grond in kan.
    • Maak de boomstroken vrij van oud blad, gras en onkruid.
    • Hou de grasstroken kort gemaaid.
    • Bewerk de bovengrond niet kort voor de bloei, doch bevochtig een droge boomspiegel, zo mogelijk de dag vooraf. Hierdoor verbeterd de warmte-opname door de grond.
    • Zorg dat het fruitgewas voor de nacht weer droog is, anders is hier meer kans op vorstschade.
  • Tijdens de nacht kan de grond opnieuw warmte uitstralen. Dit kan een temperatuurverhoging van 1,5 tot 3 °C geven. Bij afgedekte grond of grond met lang gras is geen of bijna geen warmte-uitstraling mogelijk.
  • Ideaal is een zwarte, gesloten, vochtige en onkruidvrije grond onder de fruitbomen en het kleinfruit. Zorg voor een zwarte boomstrook of plantspiegel. Hou de grasmat zeer kort in en rond de bloei.

3.5 Fruitbomen beregenen bij lentenachtvorst.

  • Bij de meeste fruitkwekers zal men over het fruitgewas beregenen in de periode dat er nachtvorst is tijdens de bloei.
  • Meestal zal men bij een temperatuur van 0° C starten met de beregening.
  • Bloesem, vruchtjes en plantendelen worden tijdens nachtvorst constant nat geregend.
  • Het water bevriest (verliest warmte) en staat deze warmte af aan de omgeving.

3.6 Later snoeien van nachtvorstgevoelige fruitbomen

  • Het laatbloeiende, lange vruchthout kan in nachtvorstjaren nog een oogst(je) geven.
  • In nachtvorstgevoelige percelen kan men bewust wat lang hout laten groeien.
  • Als het nachtvorstgevaar geweken is kan men dit lang vruchthout alsnog wegsnoeien.

3.7 Gebruik meerdere bestuivers voor kersenbomen.

  • Nachtvorst reduceert het aantal bloemen in meer of mindere mate.
  • Een goede bestuiving van de overblijvende bloemen vergroot de kans op vruchtzetting. 
  • Bij de zoete kersen (Prunus avium) zijn twee of meer bestuivers  beter, dan slechts één bestuiver.

3.8 Voldoende voedingsstoffen in de grond

  • Fruitbomen geplant in een goed voedzame grond blijven gezond, vormen sterke bloemknoppen en zijn beter tegen nachtvorst bestand. Een goede kaliumvoorziening in de grond is ook nuttig.
  • Een rijke fruitoogst het voorgaande jaar geeft meestal zwakkere bloemknoppen het jaar nadien. In die omstandigheden zijn de bloemen veel meer gevoelig aan vorstschade en is een goede voeding voor en na de bloei gewenst.

4. Rechtstreekse lentevorstbestrijding

Deze kan gebeuren met:

  • Verwarming van de lucht met olie- of gasbranders.
  • Nachtvorstbestrijding door beregening
  • Nachtvorstbestrijding door een sterke luchtverplaatsing (windmachines)
  • 's Nachts kan je een zgn vuurkorf (of paraffinekaarsen) aansteken zodra het 0°C wordt. Eén vuurkorf is meestal goed voor ca 250 m² en kan de temperatuur met 2° doen stijgen.

5. Invloed van een aantal teeltmaatregelen

5.1 Aardbeien:  

  • Planten afgedekt met los stro zijn meer beschermd tegen LNV (lentenachtvorst).
  • Beter is ze ineens ook af te dekken met plastiekfolie. Zorg ervoor dat de plastiek de planten niet kan raken.
  • Aardbeiplanten die nog niet bloemen hoeven normaal niet beschermd te worden tegen de vorst. 
  • Bloeiende aardbeien kan je 's avonds en 's nachts beschermen met 1 of 2 lagen vliesdoek. Je kan ook een combinatie van gaatjesplastiek en vliesdoek gebruiken. (Wintervliesdoek geeft de beste bescherming). Heb je geen vliesdoek gebruik dan twee lagen flodderplastiek (gaatjesplastic) om over de planten te leggen. LET OP! Verwijder overdag de vliesdoek en de plasticfolie zodat bestuivende insecten de bloemen kunnen bereiken!

5.2 Mulchen bij kleinfruit, pitfruit en steenfruit.

  • Aanbevolen is hiermee tot ruim na de bloei te wachten.
  • Vanaf mei kan men probleemloos mulchen met hakselhout, schors en dergelijke.
  • Een te vroege bodembedekking met mulch hindert de warmte-opname en warmte-afgifte tijdens de bloei van de fruitgewassen en kan zo meer vorstschade in de hand werken.

5.3 Grondbedekking met zwarte plastiek.

  • Warmte uitstraling wordt hier eveneens verhinderd.
  • De groei, bloei en oogst wordt  vervroegd, zodat hiermee ook meer kans op lentevorstschade is.

5.4 Plantenafdekking met plastiek, groeidoek, ...

Zorg dat de plastiekfolie de bloemen niet raakt, anders is er toch vorstschade mogelijk.

5.5 Snoeitijdstip. Vroeg snoeien is soms nadelig!

  • Vroeg snoeien kan een bloeivervroeging geven en mogelijk zo meer kans op nachtvorstschade. 
  • Snoei vroegbloeiende en gevoelige rassen na de bloei.

5.6 Hakken en schoffelen

Een losgemaakte bovenlaag van de grond heeft een isolerende werking, waardoor het nachtvorstgevaar erboven toeneemt.

5.7 Kasdruiven/ serredruiven (Vitis vinifera)

  • Bij gevaar voor zware nachtvorst, nadat de druivelaars reeds zijn uitgelopen, moet je de kas of serre tijdig sluiten, zodat er nog voldoende warmte in de kas kan blijven. (Normaal zal men overdag zoveel mogelijk luchten)
  • Maak de grond overdag (voormiddag) goed vochtig zodat er meer warmteopname mogelijk is.

5.8. Vorstgevoelige planten in potten (vijgen, aardbeien, herfstframbozen, ...)

Vorstgevoelige planten in potten en kuipen kan je best 's nachts binnen plaatsen ofwel 's avonds en 's nachts beschermen met twee lagen vliesdoek.

5.9 Kiwibessen

  • Jonge, aangekochte kiwiplanten die reeds uitgelopen zijn moeten goed beschermd worden tegen de vorst. Deze planten kan u beter begin mei in volle grond uitplanten.
  • Kiwibessen in winterrust (= zonder bladeren) verdragen vorst tot -20°C. 
  • Eénmaal uitgelopen (jonge bladeren) worden ze wel vorstgevoelig en moeten ze beschermd worden tegen de vorst. Bescherm 's nachts de uitgelopen scheuten met 2 lagen wintervliesdoek of gaatjesplastiek & vliesdoek of noppenfolie! Overdag moet je het beschermmateriaal terug verwijderen!

Foto album. Klik op het pijltje (rechts of links).

Bloeiende perzikbomen (Prunus persica) rond 23 maart.

Zure kersen of krieken (Prunus cerasus) bloeien rond half april

Bloemen van de Japanse pruim - Prunus salicina 'June Blood' (syn. 'Kaapse'). Er zijn zeer veel bloemen die gedurende enkele weken bloemen. Enige bloemen die bevriezen is dan ook geen probleem. Meestal blijven er ruim voldoende over om uit te groeien tot vrucht.

Japanse peren of appelperen (Pyrus pyrifolia) bloeien rond half april

Bloeiende appelboom Malus domestica 'Alkmene' rond 20 april

Plant-bloei- en oogstkalender. Bron: boek "Gemakkelijk Fruit"

Rubus idaeus 'Polka' - twee maal dragende frambozen zijn zeer goed bestand tegen lentenachtvorst!

Groente en Fruit Encyclopedie online bestellen om nog meer te lezen! Auteurs Luc Dedeene en Guy De Kinder

Opmaak © Guy De Kinder